Een werknemer die aangesproken wordt op zijn functioneren, stuurt een anonieme brief naar de werkgever om bepaalde vermeende misstanden aan te kaarten. De kantonrechter is van oordeel dat de werkgever oneigenlijk gebruik heeft gemaakt van de klokkenluidersregeling om zo zijn arbeidsgeschil kracht bij te zetten. De werkgever heeft de brief van de werknemer echter niet op de juiste wijze als bepaald in de klokkenluidersregeling behandeld. Gezien de onherstelbare vertrouwensbreuk dient de arbeidsovereenkomst te worden ontbonden met toekenning van een vergoeding aan de werknemer.