Een bij de universiteit werkzame ambtenaar heeft een aanstelling van 20 uur en besteedt veel tijd aan medezeggenschapsactiviteiten in de OR en de COR. Hij beroept zich op de Faciliteitenregeling voor uitbreiding van zijn aanstelling. Hij krijgt wel uitbreiding van werktijd, maar niet in de vorm die hij wil. In eerste instantie wordt hij door de Rechtbank Amsterdam op 23 november 2001 in het ongelijk gesteld. In hoger beroep heeft hij meer succes: de Centrale Raad van Beroep Utrecht oordeelt op 2 oktober 2003 dat de universiteit zijn ambtelijke aanstelling moet uitbreiden.
Uitbreiding aanstelling als gevolg van medezeggenschapsactiviteiten
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.